Hoofdstuk 5 Toezicht

Actuele regelgeving

  1. 67.

    Toezicht algemeen

    1. De Dienst Wegverkeer kan in het kader van het toezicht op de erkenninghouder of de erkenninghouder installateur alcoholslot een systeem van bonus- en strafpunten vaststellen, dat wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.
    2. Indien een systeem als bedoeld in het eerste lid is vastgesteld, wordt aan de hand daarvan, afhankelijk van de resultaten van het uitgeoefende toezicht, beoordeeld of het toezicht wordt verminderd of verscherpt dan wel of een erkenning wordt gewijzigd of ingetrokken.
    3. De Dienst Wegverkeer begint terstond de procedure tot intrekking van de erkenning, indien:

    a. de erkenninghouder de in hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 2, vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd, of
    b. indien de erkenninghouder installateur alcoholslot de in hoofdstuk 4b, afdeling 2, paragraaf 3 tot en met 8, vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd.

    .

  2. 68.

    Bij schorsing van een erkenning kan worden bepaald dat, indien niet binnen een termijn van ten hoogste 12 weken wordt aangetoond dat weer aan de erkenningseisen of erkenningsvoorschriften wordt voldaan, alsnog wijziging of intrekking van de erkenning volgt.
  3. Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 2, 4, 4a en 4b, wordt in het kader van het toezicht alle medewerking aan de daartoe aangewezen functionarissen van de Dienst Wegverkeer verleend. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    a. het verlenen van toegang tot de werkplaats, inrichting, of mobiele installatie-eenheid;

    b. het verstrekken van inlichtingen;

    c. het overleggen van bescheiden;

    d. het gebruik maken van de benodigde apparatuur;

    e. het in acht nemen van door de betreffende functionaris van de Dienst Wegverkeer aangegeven aanwijzingen, en

    f. het gedurende de gehele steekproef aanwezig en beschikbaar zijn van mobiele installatie-eenheden op het perceel waar de installaties worden verricht.  

  4. 70.

    1. Het in artikel 102, van de wet, bedoelde toezicht ter zake van de in hoofdstuk 2 vermelde werkzaamheden, geschiedt met inachtneming van de in afdeling 2 van dit hoofdstuk daaromtrent gegeven voorschriften.
    2. Het in artikel 102 van de wet, bedoelde toezicht ter zake van de in hoofdstuk 4 vermelde werkzaamheden, geschiedt met inachtneming van de in afdeling 3 van dit hoofdstuk daaromtrent gegeven voorschriften.
    3. Het in artikel 132h van de wet bedoelde toezicht ter zake van de in hoofdstuk 4a genoemde werkzaamheden geschiedt met inachtneming van de in afdeling 4 van dit hoofdstuk daaromtrent gegeven voorschriften.
    4. Het in artikel 132m van de wet, bedoelde toezicht ter zake van de in hoofdstuk 4b genoemde werkzaamheden geschiedt met inachtneming van de in afdeling 2 van dit hoofdstuk daaromtrent gegeven voorschriften.
  5. 71.

    1. De in het kader van toezicht opgelegde steekproef dan wel herschouwing wordt uitgevoerd door de Dienst Wegverkeer aangewezen functionaris en vindt plaats in de werkplaats waar de wijziging of de in artikel 132k, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheid heeft plaatsgevonden.
    2. Bij de steekproef wordt andermaal onderzocht of de wijziging respectievelijk de in artikel 132k, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheidovereenkomstig de eisen, bedoeld in de hoofdstukken 2 of 4, respectievelijk hoofdstuk 4b zijn uitgevoerd.
  6. 73.

    1. Nadat een erkenning is verleend wordt in beginsel eenmaal per twee jaar door middel van een herschouwing onderzocht of de erkenninghouder en de werkplaats nog voldoen aan de erkenningseisen en of de erkenningsvoorschriften worden nageleefd.
    2. De in het eerste lid bedoelde controle kan tevens plaatsvinden in het kader van een steekproef van het voertuig.
  7. 74.

    1. Deze paragraaf laat onverlet de bevoegdheid tot wijziging, schorsing of intrekking van de erkenning als omschreven in de artikelen 103 of 132n, van de wet, in andere gevallen dan die in deze paragraaf zijn beschreven.
    2. De in de artikelen 103 of 132n, van de wet bedoelde wijziging of intrekking van de erkenning bij het niet voldoen aan de erkenningseisen of erkenningsvoorschriften, zal beperkt blijven tot de werkzaamheden waarvoor de erkenning is verleend.
    3. De in de artikelen 103 of 132n, van de wet bedoelde wijziging of intrekking van de erkenning bij het niet voldoen aan de erkenningseisen of erkenningsvoorschriften, zal, indien de erkenninghouder een erkenning heeft voor meerdere werkplaatsen, beperkt blijven tot de desbetreffende werkplaats.
  8. 75.

    Toezicht op voorschriften voor keuring gasinstallatie en werkzaamheden verband houdende met het alcoholslot

    1. In het kader van het toezicht kan steekproefsgewijs herkeuring plaatsvinden van de in voertuigen aangebrachte wijziging waarvoor de erkenning is verleend of voor de in artikel 132k, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheid of werkzaamheden, waarvoor de erkenning installateur alcoholslot is verleend.
    2. Bij de steekproef wordt andermaal onderzocht of de wijziging respectievelijk de in artikel 132k, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheid of werkzaamheden overeenkomstig de eisen, bedoeld in hoofdstukken 2 of 4, respectievelijk hoofdstuk 4b zijn uitgevoerd, dan wel of er sprake is van onregelmatigheden aan het alcoholslot.
  9. 76.

    1. Indien het voertuig blijkens mededeling van de Dienst Wegverkeer ten aanzien van de gasinstallatie dan wel het alcoholslot aan een steekproef moet worden onderworpen:

    a. worden gedurende 90 minuten na het tijdstip van afmelding door de erkenninghouder of diens medewerkers, respectievelijk een in artikel 66r bedoelde persoon, geen wijzigingen aangebracht in de staat van het voertuig dat aan een steekproef wordt onderworpen;

    b. worden door de erkenninghouder of diens medewerkers, respectievelijk een in artikel 66r bedoelde persoon, geen metingen verricht met betrekking tot dat voertuig;

    c. worden door een in artikel 66r bedoelde persoon geen werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 132k, eerste lid, van de wet;

    d. worden voorafgaande aan de steekproef, door de erkenninghouder of diens medewerkers, respectievelijk een in artikel 66r bedoelde persoon, de bescheiden  als bedoeld in 19, tweede lid, en artikel 23, eerste lid, dan wel de bescheiden ten aanzien van het alcoholslot overhandigd;

    e. wijst de erkenninghouder de eigenaar of houder van het voertuig er op dat deze verplicht is het voertuig voor de uitvoering van de steekproef beschikbaar te houden.  

    2.  Onverminderd het bepaalde in artikel 69 wordt aan een steekproef alle medewerking verleend door de erkenninghouder. Onder het verlenen van medewerking wordt in ieder geval verstaan:

    a. de aanwezigheid van de LPG-technicus die de keuring van de gasinstallatie van het voertuig heeft uitgevoerd vanaf de mededeling steekproef;

    b. de aanwezigheid gedurende de gehele steekproef van de persoon of de mobiele installatie-eenheid alcoholslot die ingevolge hoofdstuk 4b bevoegd is tot het verrichten van de in artikel 132k, eerste lid, genoemde werkzaamheid of werkzaamheden die in de steekproef wordt of worden onderzocht en die overeenkomstige artikelen 66ff, 66mm of 66pp de vereiste gegevens heeft gemeld;

    c. het verlenen van feitelijke assistentie bij het uitvoeren van de steekproef;

    d. het beschikbaar houden van het voertuig in de werkplaats, ongeacht het tijdstip van de aanvang van de steekproef, gedurende de steekproef;

    e. het beschikbaar stellen van de werkplaats en de apparatuur gedurende de steekproef. 

    3.  Indien bij de steekproef wordt vastgesteld dat: 

    a. de keuring van de gasinstallatie niet overeenkomstig de voorschriften van artikel 15 is uitgevoerd, dan wel onterecht is afgemeld;

    b. de opnamekaart gasinstallatie onjuist of onvolledig is ingevuld;

    c. de voorschriften met betrekking tot de steekproef niet in acht zijn genomen, of

    d. de in artikel 132k bedoelde werkzaamheid of werkzaamheden met betrekking tot het alcoholslot niet overeenkomstig de voorschriften in hoofdstuk 4b is of zijn uitgevoerd, wordt door de functionaris van de Dienst Wegverkeer een steekproefcontrolerapport opgemaakt en door hem ondertekend, alsmede door respectievelijk de erkenninghouder of de in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde persoon of mobiele installatie-eenheid alcoholslot.

    4. Indien bij de steekproef wordt vastgesteld dat er sprake is van onregelmatigheden aan het alcoholslot, kan de toezichthouder opdracht geven tot uitbouw van het alcoholslot voor nader onderzoek en tot inbouw van een nieuw alcoholslot.

    5. De eigenaar of houder van een voertuig waarvoor een steekproef wordt vereist mag in de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde periode van 90 minuten geen wijzigingen aanbrengen of laten aanbrengen in de staat van het voertuig of geen werkzaamheid of werkzaamheden als bedoeld in artikel 132k, eerste lid, van de wet verrichten of laten verrichten.  

  10. 77.

    1. Indien aan één of meer erkenningseisen of erkenningsvoorschriften niet wordt voldaan, is ingevolge de artikelen 103, tweede lid, respectievelijk 132n, tweede lid van de wet intrekking of wijziging van de erkenning voor de betrokken werkplaats mogelijk.
    2. De in het eerste lid bedoelde intrekking of wijziging van de erkenning zal, in het geval dat de erkenninghouder of de erkenninghouder installateur alcoholslot een erkenning heeft voor meerdere werkplaatsen of mobiele installatie-eenheden, indien een van deze werkplaatsen dan wel mobiele installatie-eenheden niet voldoet aan de erkenningseisen of erkenningsvoorschriften, beperkt blijven tot die desbetreffende werkplaats dan wel mobiele installatie-eenheid.
    3. De in deze paragraaf bepaalde eisen zijn, voor zover niet anders bepaald, mede van toepassing op de naleving van de in artikel 66c bedoelde overeenkomst opgenomen afspraken betreffende de beveiliging van de persoonlijke levenssfeer van de deelnemer en de betrouwbaarheid en beveiliging van de te registreren gegevens.
  11. 78.

    In geval van niet-naleving van de volgende verplichtingen of voorschriften wordt terstond begonnen met de procedure tot intrekking van de erkenning:

    a. de in artikel 18 neergelegde verplichtingen ten aanzien van het melden van een voertuig bij het keuren van een gasinstallatie,
    b. de in artikel 76 opgenomen voorschriften.