Visuele controle, terwijl de personenauto zich met draaiende
respectievelijk niet-draaiende motor boven een inspectieput of op een
hefinrichting bevindt.
Indien de motor van de personenauto is uitgerust met meer
dan één brandstofsysteem, wordt de controle uitgevoerd wanneer de motor wordt
gevoed met de hoofdbrandstof zoals deze is vermeld in het kentekenregister. Het
tweede brandstofsysteem wordt eveneens gecontroleerd indien het mogelijk is de
motor op de tweede brandstof te laten draaien. Indien controle van het tweede
brandstofsysteem niet mogelijk is, wordt dit vermeld op het keuringsrapport.
Een installatie voor een al dan niet tot vloeistof verdicht
gas wordt gecontroleerd met behulp van apparatuur dat lekkage vaststelt,
waarbij het contact moet zijn ingeschakeld.
3.
De
vulopening van een brandstofreservoir moet zijn afgesloten met een passende
tankdop.