De basis voor de hieronder genoemde permanente eisen is
Hoofdstuk 5. Permanente eisen uit de Regeling voertuigen. Bij de genoemde
artikelen wordt aangegeven voor welke afdeling de eisen van toepassing zijn,
waarbij de B staat voor: bedrijfsauto’s, P voor: personenauto’s en D voor:
driewielige motorrijtuigen.
Wanneer er wordt gesproken over aanvullende permanente eisen
worden die eisen bedoeld die zijn opgenomen in bijlage VIII (Aanvullende
permanente eisen en gebruikerseisen) van de Regeling voertuigen.