Op afstand bediende gasafsluiter

Artikel 1.26

Actuele regelgeving

  1. 1.

    Een op afstand bediende gasafsluiter moet in de gasleiding tussen de LPG-tank en de drukregelaar/verdamper worden geïnstalleerd op zo kort mogelijke afstand van de drukregelaar/verdamper.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, zo nodig terwijl het motorvoertuig zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
  2. 2.

    De op afstand bediende gasafsluiter mag worden opgenomen in de drukregelaar/verdamper.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, bij twijfel vindt de beoordeling van het gestelde plaats aan de hand van de informatie vermeld op het goedkeuringscertificaat van de verdamper/drukregelaar.
  3. 3.

    In afwijking van het bepaalde in eerste lid mag, indien er een retoursysteem bestaat tussen drukregelaar en LPG-tank, de op afstand bediende gasafsluiter worden geïnstalleerd op een door de fabrikant van de LPG-installatie voorgeschreven plaats in de motorruimte.
    Wijze van keuren
    Visuele controle, bij twijfel fabrieksdocumentatie raadplegen.  
  4. 4.

    De op afstand bediende gasafsluiter moet zodanig worden geïnstalleerd dat de brandstoftoevoer wordt afgesloten wanneer de motor niet loopt of, indien het voertuig nog over een ander brandstofsysteem beschikt, wanneer de andere brandstof wordt geselecteerd. Een vertraging van 2 seconde is toegestaan voor diagnostische doeleinden.