Brandstofkeuzeschakelaar en elektrische installatie
Artikel 1.28Actuele regelgeving
-
1.
De elektrische onderdelen van de LPG-installatie moeten tegen overbelasting zijn beschermd en in de voedingskabel moet ten minste één afzonderlijke zekering zijn aangebracht.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl het motorvoertuig zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. -
2.
De zekering moet op een bekende plaats worden gemonteerd waar deze zonder gereedschappen kan worden bereikt.Wijze van keurenVisuele controle. -
3.
De elektrische voeding van gasvoerende onderdelen van de LPG-installatie mag niet door een gasleiding lopen.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl het motorvoertuig zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. -
4.
Alle elektrische onderdelen die geïnstalleerd worden in een deel van de LPG-installatie waar de druk meer dan 20 kPa bedraagt, dienen zo te worden aangesloten en geïsoleerd dat er geen stroom door LPG bevattende onderdelen loopt.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl het motorvoertuig zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. -
5.
Elektrische bedrading moet afdoende tegen beschadiging worden beschermd.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl het motorvoertuig zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. -
6.
Voertuigen met meer dan een brandstofsysteem moeten voorzien zijn van een brandstofkeuzeschakelaar, zodat te allen tijde niet meer dan een brandstof naar de motor wordt toegevoerd. Bij het schakelen is evenwel een korte overlap toegestaan.Wijze van keurenControle door de motor te starten en vervolgens de schakelaar te bedienen. -
7.
In afwijking van het bepaalde in zesde lid is in het geval van servogestuurde motoren die op twee brandstoffen lopen de toevoer van meer dan één brandstof toegestaan.Wijze van keurenVisuele controle, bij twijfel fabrieksdocumentatie raadplegen. -
8.
De elektrische verbindingen en onderdelen in de gasdichte behuizing moeten zo zijn vervaardigd dat er geen vonken kunnen ontstaan.Wijze van keurenVisuele controle, zo nodig terwijl het motorvoertuig zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.